De enkel- en kniehoek zijn belangrijk maar als een schaatser zijn bovenlijf rechtop zou houden vangt deze erg veel wind. Om de luchtweerstand te overwinnen is het belangrijk de heuphoek klein te maken.
Maak de hoek tussen je bovenlichaam en bovenbenen zo klein mogelijk. Maar ene ronde rug en duw je stuitje naar beneden.
Als je niet recht op de schaatsen kan staan en op de binnenkanten terecht komt bevindt je lichaamsgewicht zich waarschijnlijk niet recht boven de schaats.
Zorg dat de kern van je lichaam recht oven je standbeen en dus boven je schaats komt. Neem je navel daarbij als uitgangspunt. Oefen dit op allerle manieren. Op het droge met je ogen dicht, met schaatsen aan rechtop en in schaatshouding.
Veel schaatsers leren zijwaarts afzetten. Dat is mooi maar als je leert om je gewicht goed mee over te brengen op je andere schaats krijg je een krachtige afzet.
Probeer tijdens het afzetten je gewicht op je afzetbeen te houden. Plaats je gewicht pas op je glijschaats als je klaar bent met je afzet. Zo wissel je steeds van je ene been naar het andere in zo’n kort mogelijk tijd en krijg je ene krachtige afzet.
Bij lopen zet je naar achteren af. Het wereldrecord hardlopen op de 100 meter is net iets minder dan 10 seconden. Dat betekent dat 10 meter per seconde de maximale streksnelheid is die een mens kan halen. Als je dat zou toepassen op het schaatsen zou je maximaal 50 seconden op een 500 meter zou kunnen rijden. Hoe komt Pavel Koelizjnikov dan aan een wereldrecord van 33.61 seconden.
Als je je schaatsen naar opzij afzet maar je zet je andere scherpe schaats vooruit in krijg je vorwaartse snelheid. Je zult het snel ontdekken als je het gaat uitproberen.
Maak een mooie ronde bijhaalbeweging en breng de knieën en enkels bij elkaar. Wacht met het plaatsen van de schaats tot de afzet klaar is. Dan kom je beter recht boven de schaats en heb je meer profijt van je afzet.
Zet de punt van de schaats zo veel mogelijk recht vooruit in. Dat i shet meest efficiënt.